LvdStraten.nl
  • Home
  • Engels
    • Klas 1 >
      • Listening and Speaking - Luisteren en Spreken
      • Reading and Writing - Lezen en Schrijven >
        • Vocabulary - woordenschat
      • Grammar - Grammatica
      • Extra
    • Klas 2 >
      • Listening and Speaking - Luisteren en Spreken
      • Reading and Writing - Lezen en Schrijven >
        • Vocabulary - woordenschat
      • Grammar - Grammatica >
        • Grammar - onregelmatige werkwoorden >
          • Oefenen
          • Song and lyrics
          • Games
          • Youtube
          • Bijles
      • Extra
    • Klas 3 >
      • Listening and Speaking - Luisteren en Spreken
      • Reading and Writing - Lezen en Schrijven >
        • Vocabulary - woordenschat
      • Grammar - Grammatica >
        • Grammar - onregelmatige werkwoorden >
          • Oefenen
          • Song and lyrics
          • Games
          • Bijles
          • Youtube
      • Extra
    • Klas 4 >
      • Listening and Speaking - Luisteren en Spreken
      • Reading and Writing - Lezen en Schrijven
      • Grammar - Grammatica >
        • Grammar - onregelmatige werkwoorden >
          • Oefenen
          • Song and lyrics
          • Games
          • Bijles
          • Youtube
      • Extra
  • Nederlands
    • Klas 1 >
      • Lezen
      • Schrijven >
        • Spelling
        • Grammatica
        • Woordenschat
      • Spreken, kijken en luisteren
    • Klas 2 >
      • Lezen
      • Schrijven >
        • Spelling
        • Grammatica
        • Woordenschat
      • Spreken, kijken en luisteren
    • Klas 3 >
      • Lezen
      • Schrijven >
        • Spelling
        • Grammatica
        • Woordenschat
      • Spreken, kijken en luisteren
    • Klas 4 >
      • Lezen
      • Schrijven >
        • Spelling
        • Grammatica
        • Woordenschat
      • Spreken, kijken en luisteren
  • ICT
    • Microsoft programma's
    • Extra's
  • Studievaardigheden
    • Presenteren

Onregelmatige werkwoorden

In klas 2 moet je voor Engels onregelmatige werkwoorden leren! Dit wordt vaak als lastig gezien. Om het zo makkelijk mogelijk te maken hebben we een lijst met werkwoorden voor je gemaakt. Er zijn officieel 470 onregelmatige werkwoorden in de Engelse taal. Hiervan hoef je er gelukkig maar 60 te leren. Deze woorden hebben we onderverdeeld in soorten werkwoorden, zodat je ze hopelijk snel onthoudt. Om ze goed te oefenen, bieden we je hier verschillende manieren om dat te doen, zodat de woorden snel blijven hangen.Hieronder staat een lijst waar in alle werkwoorden staan.  Ook zie je verschillende knoppen om naar een website te gaan waar je kunt oefenen. Klik er op om aan de slag te gaan!
Oefenen
Songs and lyrics
Games
Youtube
Bijles
De werkwoorden die hieronder staan zijn in groepen gezet op klank. Probeer ze hardop te leren zodat het blijft hangen.

Groep 1: 3 werkwoordsvormen zijn gelijk

Nederlands

wedden
lezen
instellen
kosten
knippen/snijden
slaan/raken
pijn doen
plaatsen/zetten
uitzenden


Hele werkwoord (tegenwoordige tijd)

to bet
to read
to set             
to cost
to cut
to hit
to hurt
to put
to broadcast
Past Simple

bet
read (uitspraak=red !)
set
cost
cut
hit
hurt
put
broadcast
Past Simple

bet
read (uitspraak=red !)
set
cost
cut
hit
hurt
put
broadcast

Groep 2: 2e en 3e vorm zijn gelijk

Nederlands

fokken
ontmoeten
hebben
zeggen
brengen
kopen
denken
vangen
voelen
(vast)houden
houden
slapen
leren
verlaten/achterlaten
verliezen
bouwen
(ver)sturen
uitgeven (geld)
betalen
horen
verkopen
staan
vinden
hangen
maken
winnen
Hele werkwoord (tegenwoordige tijd)

to breed
to meet
to have
to say
to bring
to buy
to think
to catch
to feel
to hold
to keep
to sleep
to learn
to leave
to lose
to build
to send
to spend
to pay
to hear
to sell
to stand
to find
to hang
to make
to win
Verleden tijd (Past Simple)

bred
met
had
said
brought
bought
thought
caught
felt
held
kept
slept
learnt/learned
left
lost
built
sent
spent
paid
heard
sold
stood
found
hung
made
won
Voltooid Deelwoord

bred
met
had
said
brought
bought
thought
caught
felt
held
kept
slept
learnt/learned
left
lost
built
sent
spent
paid
heard
sold
stood
found
hung
made
won

groep 3: 3 vormen zijn verschillend

Nederlands

beginnen
bellen
bijten
schrijven
breken
kiezen
spreken
trekken/tekenen
vliegen
weten
gooien
rijden/besturen
geven
eten
vallen
vergeten
krijgen
schudden
nemen

Hele werkwoord (tegenwoordige tijd)

to begin
to ring
to bite
to write
to break
to choose
to speak
to draw
to fly
to know
to throw
to drive
to give
to eat
to fall
to forget
to get
to shake
to take
Verleden tijd (Past Simple)

began
rang
bit
wrote
broke
chose
spoke
drew
flew
knew
threw
drove
gave
ate
fell
forgot
got
shook
took
Voltooid Deelwoord

begun
rung
bitten
written
broken
chosen
spoken
drawn
flown
known
thrown
driven
given
eaten
fallen
forgotten
gotten
shaken
taken

groep 4: vorm 1 + 3 zijn gelijk

Nederlands

komen
rennen

Hele werkwoord (tegenwoordige tijd)

to come
to run
Verleden tijd (Past Simple)

came
ran
Voltooid Deelwoord

come
run

groep 5: totaal afwijkend

Nederlands

zijn
zien
doen
gaan
Hele werkwoord (tegenwoordige tijd)

to be
to see
to do
to go
Verleden tijd (Past Simple)

was/were
saw
did
went
Voltooid Deelwoord

been
seen
done
gone
Powered by Create your own unique website with customizable templates.