This-that-these-those
This, that, these en those zijn aanwijzende voornaamwoorden. Ze laten zien wat je precies bedoelt. In het Nederlands gebruiken we daar vaak dit dat of deze voor.
This - gebruik je voor een voorwerp dat dichtbij is en wat enkelvoud is. (signaalwoorden: here, right here)
That - gebruik je voor een voorwerp dat ver weg is en wat enkelvoud is. (signaalwoorden: there, over there)
These - gebruik je voor voorwerpen die dicht en wat er meerdere zijn.
Those - gebruik je voor voorwerpen die ver weg zijn en wat er meerdere zijn.
Hieronder zie je het in een schema staan. Probeer die te leren.
This - gebruik je voor een voorwerp dat dichtbij is en wat enkelvoud is. (signaalwoorden: here, right here)
That - gebruik je voor een voorwerp dat ver weg is en wat enkelvoud is. (signaalwoorden: there, over there)
These - gebruik je voor voorwerpen die dicht en wat er meerdere zijn.
Those - gebruik je voor voorwerpen die ver weg zijn en wat er meerdere zijn.
Hieronder zie je het in een schema staan. Probeer die te leren.
Klik op het filmpje hiernaast voor extra uitleg.
|
|
Hieronder vind je wat linkjes met extra oefenmateriaal. Klik op de link om naar het oefenmateriaal te gaan.